donderdag 10 mei 2007

Voordat de bom valt

‘Now I am become Death, the destroyer of worlds.’ Deze gevleugelde woorden sprak de natuurkundige Robert J. Oppenheimer na het zien van de explosie van het eerste kernwapen, de plutoniumbom ‘Trinity’, in de woestijn van New Mexico op 16 juli 1945. Oppenheimer stond aan de leiding van het Amerikaanse Manhattan project, een geheime operatie die tot doel had voor de Verenigde Staten een militairnucleaire capaciteit te ontwikkelingen. Het programma was al in gang gezet voordat Enrico Fermi in 1942 de eerste kettingreactie in een geheim laboratorium (een ondergrondse squashbaan) aan de universiteit van Chicago in gang had weten te zetten. Het project was zo geheim, dat Harry S. Truman, vice-president onder Roosevelt in de laatste maanden van zijn leven, bij zijn aanstelling als president niets van het project afwist. Truman aarzelde niet de vernietigende kracht van de atoomwapens in te zetten tegen twee Japanse steden, waarmee het einde van de Tweede Wereldoorlog op gruwelijke wijze bezegeld werd. Het atoomtijdperk was begonnen.

In 1998 werd een opmerkelijk wetenschappelijk onderzoek gepubliceerd over de totale kosten en consequenties van het Amerikaanse kernwapenprogramma . Voor het eerst werd door tien wetenschappers in vier jaar tijd het kernwapenprogramma doorgelicht en dat leidde tot een aantal opzienbarende resultaten. Zo besteedden de Amerikanen aan hun nucleaire arsenaal in de periode 1940 tot 1996 het indrukwekkende bedrag van 5,5 duizend miljard dollar (1996 index). Hiermee werd het fabeltje ontkracht dat kernwapens relatief goedkoop zijn, of dat het binnen het jargon geldende ‘bigger bang for a buck’ niet opgaat. Nog opmerkelijker is het aantal doden dat het programma gekost heeft. Uiteindelijk zullen rond de 800.000 mensen sterven aan de gevolgen van de 215 atmosferische atoomproeven. Ter vergelijking: het totale dodental binnen de Amerikaanse strijdkrachten als gevolg van de Eerste en Tweede wereldoorlog, de oorlog in Korea, de oorlog in Vietnam en de Tweede Golfoorlog bedroeg 617.389. Zowel de kosten als de doden werden onder het mom van nationale veiligheid buiten het publieke debat gehouden. De dreiging van het Oostblok rechtvaardigde zowel de kosten als het verlies aan leven.

De voorstanders van kernwapens, en zelfs de onderzoekers van het Brookings Institution dat het aan hierboven gerefereerde onderzoek publiceerden zijn dat, wijzen op de successen van nucleaire afschrikking. De 40 miljard ton TNT die de Verenigde Staten en de USSR in de loop van de Koude Oorlog tegen elkaar in stelling brachten, -genoeg om al het leven op aarde meerdere malen uit te roeien-, voorkwam een groot conventioneel conflict tussen de beide supermachten. Kernwapens betekenden veiligheid en een wrange vrede. Had één van beide kampen de aanval met kernwapens geopend en had de tegenstander niet gereageerd, dan zou de resulterende fall-out geleid hebben tot massale sterfte onder de eigen bevolking.

Echter, non-proliferatie verdragen ten spijt, militairnucleaire capaciteit is niet langer voorbehouden aan de grootmachten van de wereld. Naast de traditionele kernmogendheden (de VS, Rusland, China, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk) onderhouden nu ook Israël (niet openlijk erkend), India, Pakistan, Noord-Korea (onzeker) en misschien ook Argentinië en Brazilië een eigen, zei het bescheiden, kernmacht. Gevreesd wordt dat Irak een kernwapenprogramma aan het ontwikkelen is. Zelfs in Japan, een fervent tegenstander van kernwapens sinds de verschrikkingen van Hiroshima en Nagasaki, gaan binnen het defensieapparaat stemmen op voor het ontwikkelen van een eigen kernmacht. Het mag dan ook niet verbazen, dat de Amerikaanse president Bush na de recente terroristische aanslagen er alles voor schijnt over te hebben om verdere proliferatie van kernwapens te voorkomen. De dreiging van een inzet van nucleaire wapens is sinds het einde van de Koude oorlog alleen maar toegenomen. De mogelijke scenario’s zijn onder meer een nieuwe terroristische aanslag tegen een grote Amerikaanse stad door Al-Qaeda, een enorme escalatie van het conflict in het Midden-Oosten en een escalerend gewapend conflict tussen India en Pakistan. Dit laatste is de meest actuele en reële dreiging.

In mei 1998 voerde India vijf kernproeven uit in de noordwestelijk gelegen woestijn van Rajasthan. Drie weken later volgde Pakistan met zes nucleaire explosies in de Chaghai regio. Het lijkt op het spel dat de USSR en de VS met elkaar speelden. Als de één een proef uitvoerde, volgde de ander weinige tijd later. Het grote verschil is, dat de beide supermachten geografisch gescheiden werden door een oceaan en nooit openlijk een conflict uitvochten. Tevens was er min of meer sprake van een balans tussen de conventionele strijdmachten van het Westen en het Oostblok.

India en Pakistan vochten al drie oorlogen met elkaar uit sinds hun onafhankelijkheid van het Britse Rijk en de opdeling van het Indische subcontinent in een Hindu-meerderheidsstaat (India) en een Moslim-meerderheidsstaat (Pakistan). Daarbij grenzen de landen aan elkaar. De conventionele strijdkrachten van India zijn groter en moderner dan de Pakistaanse en dat verschil zal alleen maar toenemen in de nabije toekomst. Pakistan kan slechts streven naar nucleaire pariteit ten opzichte van India. Elke conventionele oorlog kan in potentie leiden tot een nucleair conflict, aangezien de Pakistani niet opgewassen zullen zijn tegen het Indiase militaire overwicht en als wanhoopsdaad een kernwapen ter verdediging kunnen inzetten. Dit zal pas gebeuren in het uiterste geval, wanneer Indiase troepen een grote Pakistaanse stad bedreigen, bijvoorbeeld Islamabad, of meer aannemelijk Lahore, of de Indiase marine de Pakistaanse havens blokkeert. Een logische redenering voor beide regeringen zou zijn om koste wat kost zo’n conflict te voorkomen.

De interne situaties in zowel India als Pakistan zijn echter verre van stabiel. President Musharraf van Pakistan is door middel van een coup d’etat aan de macht gekomen, voornamelijk om te voorkomen dat fundamentalistische moslems te veel invloed in Pakistan zouden krijgen. De dreiging van een omwenteling á la Iran lijkt onwerkelijk, maar de steun van Musharraf aan de War Against Terror van de Amerikanen in buurland Afghanistan heeft de binnenlandse situatie allen maar verder gepolariseerd. Een oorlog met India zou kunnen leiden tot verdere instabiliteit, met als meest angstaanjagende gevolg dat extremisten achter de knoppen van het nucleaire apparaat komen te zitten, met alle gevolgen van dien.

India wordt al sinds zijn oprichting regelmatig opgeschrikt door religieus geïnspireerde interne conflicten. Alhoewel de Hindi in India verreweg de grootste bevolkingsgroep vormen, is India na Indonesië en Pakistan het grootste Moslem land ter wereld. Naast die tegenstelling bestaan er onder de Hindi zelf ook diverse elkaar bestrijdende facties. Radicalisering van de regering heeft met de laatste verkiezingen vorm gekregen door de meerderheid die de Nationale Hindi Partij inneemt in het Indiase parlement.

Zowel de meer radicale stromingen in India en als in Pakistan zijn voorstanders van een harde lijn ten opzichte van het omstreden Kasjmir. Elk conflict zal de achterban van deze radicale stromingen voeden en de situatie moeilijker beheersbaar maken. Verdere radicalisering in beide landen zal eerder leiden tot het inzetten van nucleaire middelen. Een krachtige internationale bemiddelingspoging omtrent Kasjmir is absoluut noodzakelijk om verdere radicalisering en escalatie te voorkomen.
De geografische ligging van beide landen brengt nog een ander gevaar met zich mee. Door de korte aanvliegroutes van de kernraketten is een centraal commando moeilijk hanteerbaar. Een aanval zal pas opgemerkt worden als het te laat is, als er een paddestoelwolk opstijgt boven Bombay of Islamabad. Een klein deel van de 5,5 duizend miljard dollar die de VS uitgaven aan hun kernwapenprogramma was gericht op detectie van lanceringen in de Sovjet Unie. De aanvliegroutes waren lang en satellieten konden van grote hoogte een warmdraaiende lanceerinstallatie waarnemen en de defensiestaf in Washington waarschuwen. Deze mogelijkheden ontberen zowel India als Pakistan. Een centraal geleide tegenaanval is vrijwel onmogelijk op deze manier, waardoor niet één, maar meerdere geografisch verspreide commandoposten de lanceersleutel kunnen omdraaien. Het gevaar van slechte, onduidelijke communicatie of de eenzame gek die kwaadwillend is, liggen meer om de hoek dan ooit tijdens de nucleaire stand-off tussen de VS en de USSR.

De internationale gemeenschap legde sancties op aan India en Pakistan vanwege het opbouwen van hun kernmachten. De behoefte aan coalitiegenoten van de VS na 11 September heeft ervoor gezorgd dat deze sancties van Amerikaanse zijde zijn opgeheven, in ruil voor steun in de oorlog tegen Al-Qaeda. Met de huidige spanning tussen India en Pakistan is het niet ondenkbaar dat opnieuw binnenstromende gelden worden aangewend voor het versterken van de eigen nucleaire capaciteiten.

‘I am become Death, the destroyer of worlds,’ sprak Oppenheimer. Hij citeerde uit het Hindustaanse geloofsboek Gita. Had hij een vooruitziende blik?

Mei 2003

Geen opmerkingen: